Ellen White zou op de een of andere wijze verbonden moeten zijn geweest met de vrijmetselarij want in deze geheimzinnige organisatie wordt aan een obelisk symbolische waarde toegekend.
Sommige mensen zijn in de war geraakt en hebben bezorgd gereageerd over het monument dat op het familiegraf van de White’s is geplaatst.
Het is echter nooit verstandig om voorbarige conclusies te trekken. We dienen ons af te vragen: Is hier, op het familiegraf van de White’s, wel echt sprake van een heidens Egyptisch symbool en heeft het werkelijk wel iets te maken met de vrijmetselarij, ook al kan het monument gezien worden als een vorm van een obelisk?
Het is hoogst interessant te weten dat soortgelijke grafmonumenten algemeen gebruikt werden in de 19de eeuw. In de directe omgeving van het familiegraf van Ellen White kan men gemakkelijk 20, ja zelfs wel zo’n 30 gelijksoortige grafmonumenten in de vorm van een obelisk waarnemen. Betekent dit nu dat al die mensen voor wie deze monumenten werden geplaatst heidense aanbidders van oude Egyptische afgoden zijn geweest of met de vrijmetselarij verbonden waren? Dat zou beslist een zeer gewaagde conclusie zijn die nauwelijks geloofwaardig kan zijn.
En wanneer wij een kijkje zouden nemen op de begraafplaats van Rochester in de staat New York, waar een aantal pioniers van de Adventbeweging te ruste zijn gelegd, treffen wij hetzelfde beeld aan. Ook daar ziet men gedenkstenen in de vorm van een obelisk. Nu kan men kortzichtig gaan beweren dat al deze mensen aanhangers van oude heidense godsdiensten waren of deel uitmaakten van de vrijmetselarij of men kan eenvoudig de meest logische en voor de hand liggende waarheid aanvaarden dat een gedenknaald als grafmonument in de vorm van een obelisk een gewoon algemeen voorkomend verschijnsel is dat geen eerbetoon vertolkt aan oude heidense godsdienstige opvattingen of wijst op een relatie met de vrijmetselarij.
Het is heel begrijpelijk dat de pioniers van de Adventbeweging geen probleem hebben gezien in het plaatsen van een gangbaar grafmonument dat weliswaar uiterlijk op een obelisk lijkt maar zeker niet in relatie werd gezien met de aloude achterliggende betekenis daarvan.
Met het verdwijnen van de oude Egyptische cultuur was de oorspronkelijke rol en betekenis van de obelisk in later tijd niet meer zo actueel en relevant en is de kennis in de loop der eeuwen vervaagd en vrij algemeen teloor gegaan.
Bij moderne, soortgelijke monumenten wordt als regel geen associatie met een obelisk beoogt en spreekt men ook niet van een obelisk maar van een gedenknaald.
Er is geen aanwijzing dat bij de White’s enige associatie met oude religieuze denkbeelden of een mogelijke relatie met de vrijmetselarij een rol heeft gespeeld bij het plaatsen van het grafmonument. George Butler was president van de kerk toen James White in 1881 stierf en de plaatsing van een grafmonument komt ter sprake in een brief waarin hij aan Ellen White schreef:
“Het donker gekleurde granieten monument te B.C. wat u hebt bekeken heb ik vorige week op uitnodiging van uw zoon Willie besteld voor het graf van uw echtgenoot. Hij zei mij dat ik het bij u in rekening moest brengen. Het spijt me dit te doen omdat er geld op kantoor ligt dat zijn vrienden hebben geschonken om hem ter nagedachtenis respect te tonen. Willie wenste dat dit geld zou worden gestort voor de Europese Zendingsraad, maar ik voel me niet vrij dat te doen zonder hun toestemming. Er is nu ongeveer $ 170 op kantoor voor dat doel en meer dat toegezegd is wat zal worden betaald indien nodig.” On File, E.G. White Estate, Silver Spring, MD., 20904 USA.
Uit dit schrijven blijkt dat Ellen White en waarschijnlijk ook haar zoon Willie het grafmonument van tevoren heeft bekeken en dat Willie zijn goedkeuring gaf aan Butler, de president van de kerk, om het monument te kopen. Ook blijkt duidelijk dat George Butler op de hoogte was dat het om het donker gekleurde granieten monument ging dat Ellen White te B.C. (Battle Creek) had gezien. Indien er sprake zou zijn van het plaatsen van een heidens symbool als grafmonument, dan mogen we toch zeker verwachten dat George Butler, als president van de kerk, dit zou hebben afgeraden of zou hebben geweigerd dit voor de familie White te kopen. Maar er valt geen enkel woord van afrading, advies of afkeuring te bespeuren. Ook is er geen sprake van een obelisk maar eenvoudig van een donker gekleurd granieten monument.
Toen James White was begraven deden enkele vrienden het voorstel om een gebroken monument te plaatsen, kennelijk als aanduiding dat zijn getrouwe dienst nu was verbroken. Maar Ellen White wenste geen gebroken monument op het graf van haar man. 1 SM 105.
Er is geen enkele aanwijzing dat op het familiegraf van de White’s een monument werd geplaatst, op de een of andere wijze gerelateerd aan de oude Egyptische Obelisken of aan de Vrijmetselarij. Ellen White was gedurende haar hele leven een tegenstander van heidense godsdiensten en van de Vrijmetselarij en zij heeft ook anderen met nadruk gewaarschuwd voor deze geheime organisatie.
Sommigen mogen zich desondanks afvragen: Maar zou het toch niet veel beter zijn geweest wanneer een grafmonument was geplaatst dat niet de vorm van een obelisk heeft?
We moeten bedenken dat er wereldwijd vele gedenknaalden zijn opgericht die de vorm van een obelisk hebben maar die daarmee in betekenis in geen enkele relatie staan. In Nederland is de gedenknaald te Apeldoorn, Het Loo, heel bekend maar deze naald, in de vorm van een obelisk, heeft niets met het oude Egypte te maken. Een kort verslag mag dit duidelijk stellen:
De Naald
Op 16 oktober 1900 maakte koningin Wilhelmina op Paleis Het Loo haar verloving met hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin bekend. Al kort na deze bekendmaking werd in Apeldoorn onder leiding van de burgemeester een feestcommissie gevormd. Eind november kwam de voorzitter met het voorstel om naast het nationale geschenk een gedenknaald aan het bruidspaar aan te bieden “om daarmede de ouders van koningin Wilhelmina, koning Willem III en koningin Emma, te eren die zo graag in Apeldoorn vertoeven en waaraan het dorp zoveel te danken heeft”. Het voorstel oogstte veel bijval en de giften stroomden binnen.
Gemeente-architect G. de Zeeuw maakte het ontwerp en aannemer Chris Wegerif werd met de uitvoering belast. De gedenknaald is 17 meter hoog en vervaardigd van hardsteen. In het voetstuk zijn op een bronzen plaat de portretten in medaillon van koning Willem III en koningin Emma aangebracht, gemaakt door de plaatselijke beeldhouwer P.Puijpe. Het monument werd op 9 maart 1901 door Emma onthuld in het bijzijn van Wilhelmina en Hendrik. De gedenknaald aan de Loolaan is een rijksmonument.
Voor de gevallenen van de tweede wereldoorlog werd, in de vorm van een obelisk, een gedenknaald opgericht te Hoogland. Ook dit monument staat in geen enkele relatie tot de oude heidense Egyptische denkbeelden:
Gedenknaald voor hen die vielen in WO II
Hoogland, herdenkingsmonument
Locatie
Hamseweg
3828 AA Hoogland (Amersfoort)
Onthulling
4 mei 1946
Herdachte groep(en)
– burgerslachtoffers Nederland
Tekst
De tekst op het monument luidt:
'TER HERINNERING VAN HEN
DIE IN DE JAREN 1940 - 1945
DOOR OORLOGSGEWELD
HET LEVEN LIETEN'.
Onder de tekst staan de namen van 29 oorlogsslachtoffers ingebeiteld:
'H.W. HARTOGSVELD, H. ROUQHORST, H.T. V.D. COTERLET, A. RUITENBEEK, H.L. ROEST, G. BROUWER, W. LOKHORST, G.N. V. VELSEN, C.I. TIJMENSE, G. TIJMENSE, G.G. TIJMENSE, H.M.J. MULDER, A.T. V. DIJK, A. KOUSWIJK, J. BRAAM, A.H. BROUWER, G.A. ROETEN, H. SMINK, H.B. SMINK, L.J. SMINK, A. STALENHOEF, R.J. TUKKER, W. VOSKUILEN, F. DE WOLF, B. MIDDEN, A. VAN WILGENBURG, E. NAGEL, R. V.D. GEER, G. HAROGSVELD-SMIT'.
Een ander voorbeeld van een Gedenknaald in de vorm van een Obelisk die niets met de betekenis van een Egyptische Obelisk van doen heeft, vinden wij in Rijswijk.
Gedenknaald uit 1792 van Huis ter Nieuburch.
Opgetrokken van het materiaal van het paleis.
Op de voorgrond een van de overgebleven vierkante vijvers.
Om de herinnering aan het enige paleis dat ooit in Rijswijk heeft gestaan en de op deze plek gesloten Vrede van Rijswijk levend te houden werd in 1792 de gedenknaald geplaatst. Rond deze gedenknaald werd een bos aangelegd: het Rijswijkse Bos. Dat Nederlanders altijd al zuinig zijn geweest, blijkt ook uit de gedenknaald. Die herinnert niet alleen aan Huis ter Nieuburch, maar is ook opgetrokken van het materiaal van het paleis. De twee rechthoekige vijvers in het Rijswijkse Bos zijn nog altijd de overblijfselen van de grote tuin in de Franse stijl.
Zij, die zich zo druk maken over de obelisk op het familiegraf van Ellen White, zouden ook eens moeten bedenken dat de namen van de weekdagen van puur heidense oorsprong zijn. Zo is Woensdag bijvoorbeeld de dag van Wodan, de Germaanse oppergod. Donderdag, de dag van Donar, de god van het onweer en Vrijdag is gewijd aan Freia, de godin van liefde en vruchtbaarheid. Ondanks de heidense oorsprong worden de namen van de dagen algemeen gebruikt zonder stil te staan bij de herkomst of met de bedoeling op de een of andere wijze hulde te brengen aan de oude godenwereld. Zou dit principe ook niet mogen gelden voor een gedenknaald als grafmonument zonder dat men daarin een heidense obelisk projecteert? Zou het niet verstandig zijn een soepele houding aan te nemen en niet iemand voorbarig te veroordelen op onwerkelijke gronden?