In de Schrift wordt melding gemaakt dat Jezus drie dagen en drie nachten in het hart der aarde was. Sommige mensen hebben daarmee een probleem omdat volgens hun manier van berekenen Christus geen drie dagen en drie nachten in het graf kan hebben gelegen wanneer Hij op vrijdag stierf en op die dag werd begraven en op zondagmorgen vroeg weer is opgestaan. Met hun berekening komen zij tijd tekort en zo zijn ze er toe gekomen om te beweren dat Christus niet op vrijdag zou zijn gestorven en begraven maar op woensdag.

Hoe kunnen we dit probleem begrijpen en verklaren?

Laten we beginnen met op te merken dat iemands verjaardag niet elk jaar op precies dezelfde dag van de week valt – daar is iedereen, uit eigen ervaring, van op de hoogte.

En zo was het ook met de sabbat van het Paasfeest. Deze feest-sabbat viel in de verschillende jaren op diverse dagen van de week en niet steeds op dezelfde dag.

Nu is het een bijzonder en vaststaand feit dat in het jaar 31, waarin Christus stierf, de feest-sabbat van het paasfeest op de zevende dag van de week viel. En de zevende dag is de wekelijkse sabbat. Er is dus sprake van een dubbele sabbat op dezelfde dag: de Paassabbat en de wekelijkse sabbat.

Wanneer een feest-sabbat samenviel met de wekelijkse sabbat werd zo’n dubbele sabbat een “grote sabbat” genoemd. En dat was van toepassing toen Christus gestorven en begraven werd vóór het aanbreken van de sabbat. De Schrift zegt dan ook: “want de dag van die sabbat was groot.” Een duidelijke aanwijzing dat er sprake was van een dubbele sabbat. Joh. 19:31.

Afgaand op Bijbelse informatie kan Christus onmogelijk op woensdag zijn gestorven en begraven want dat zou betekenen dat hij dan op vrijdag zou zijn opgewekt want diverse bijbelteksten vertellen ons ronduit dat Hij OP de derde dag is opgestaan, of, TEN derden dage is opgewekt. Matt. 16:21. 17:23. 20:19. Lukas 9:22. 18:33. 24:7, 21, 46. Duidelijk in overeenstemming daarmee werd het graf dan ook verzekerd en bewaakt TOT de derde dag. Matt. 27:64. Er is dus geen sprake van verzekeren en bewaken tot NA de derde dag - tot het moment dat de laatste ogenblikken van de derde dag zouden zijn verstreken, want dat zou verzekering en bewaking betekenen tot de vierde dag.

 

Ook lezen we telkens heel nadrukkelijk dat het lichaam van Christus, als tempel Gods, zou worden afgebroken en BINNEN of IN drie dagen worden opgebouwd. Matt. 26:61. 27:40. Marcus 14:58. Joh. 2:19-21.

Al deze teksten geven duidelijk te kennen dat Christus binnen een periode van drie dagen - ofwel op de derde dag - uit de dood zou opstaan.

De Bijbel moet niet als een tegenstrijdig boek worden opgevat. In bijbelse tijden maakte men bij berekeningen van tijdsperioden gebruik van de zogenaamde “inclusieve berekening” (inclusive reckoning) en de teksten die spreken over NA drie dagen betekenen eenvoudig: NADAT de derde dag was aangebroken. In betekenis is dit precies hetzelfde als: OP de derde dag of TEN derden dage. Matt. 27:63. Marcus 8:31. 9:31. 10:34.

In Bijbelse tijden werd dus gebruik gemaakt van de inclusieve berekening of vóór-datering terwijl wij in onze Westerse wereld gewend zijn gebruik te maken van na-datering. Wij zeggen dat iemand op zijn verjaardag 40 jaar oud is wanneer hij in feite aan zijn 41ste jaar begint en dus 40 levensjaren heeft VOLTOOID - dat is dus na-datering. In Bijbelse tijden werd iemand 40 jaar oud genoemd wanneer hij aan zijn 40ste jaar BEGON - en dat is dus voor-datering.

Hier ligt het probleem. Wij maken gebruik van een andere berekeningsmethode en wanneer wij de berekeningswijze uit Bijbelse tijden uit het oog verliezen komen wij absoluut tot onjuiste conclusies.

En zo wordt Matt. 12:40 soms helemaal verkeerd begrepen en toegepast. “Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten.” Volgens onze Westerse berekening van na-datering zou Jona drie complete dagen en nachten in het zeemonster zijn geweest maar volgens de Bijbelse inclusieve berekening of voor-datering betekent deze tekst dat Jona in het zeemonster is geweest totdat het derde dagdeel van 24 uur, inclusief ook het bijbehorend deel van de nacht, was aangebroken.

Jezus is dus, volgens de Bijbelse berekening, in het hart der aarde geweest TOT het derde dagdeel van 24 uur, waarbij dus ook het nachtelijk deel behoort, was aangebroken. En zo werd Jezus opgewekt op een moment TIJDENS het derde dagdeel - of zoals het duidelijk in verschillende bijbelteksten staat - OP de derde dag of TEN derden dage.

Een Bijbelse illustratie van deze berekeningswijze vinden wij bijvoorbeeld ook in het boek Esther. In Esther 4:16 lezen wij dat Esther opdracht gaf: “Ga heen, vergader al de Joden die zich in Suzan bevinden, en vast om mijnentwil: eet noch drinkt DRIE DAGEN, ZO MIN DES NACHTS ALS DES DAAGS. Ook ik en mijn dienaressen zullen op DEZELFDE WIJZE vasten en dan zal ik tot de koning gaan…”

Er is duidelijk sprake van drie dagen vasten - zowel des daags als des nachts. Volgens onze begrippen zou Esther dan naar de koning moeten gaan op de vierde dag nadat men drie dagen en drie nachten had gevast.

Volgens Bijbelse berekening echter, zou Esther naar de koning gaan - niet nadat drie dagen van 24 uren VOORBIJ waren maar op een moment nadat het derde dagdeel van 24 uur was aangebroken en dus OP de derde dag.

En zo lezen we dan ook in Esther 5:1, 2 “Op de derde dag nu hulde Esther zich in een koninklijk gewaad en ging staan in de binnenste voorhof van het paleis des konings… en de koning reikte Esther de gouden schepter toe.”

Meerdere voorbeelden - ook wat betreft de “inclusieve berekening” van regeringsjaren - kunnen uit de Bijbel worden aangehaald die als een bevestiging begrepen kunnen worden dat Jezus volgens de bijbelse tijdrekening inderdaad drie dagen en drie nachten in het graf is geweest.

Ook wordt wel eens verwezen naar Daniel 9:27 waar sprake is dat een gezalfde vorst in de helft van de week slachtoffer en spijsoffer zal doen ophouden.

Deze profetische beschrijving die wijst op het einde van de offerwetten door de dood van Christus als de gezalfde vorst, zou aanduiden dat Christus op woensdag, in het midden van de week, zou zijn gestorven.

Het gaat echter in deze profetische beschrijving niet om een letterlijke week van dagen maar om een jaarweek van zeven jaren en in het midden daarvan - dus na drie en een half jaar, stierf Christus aan het kruis en bracht de offerdienst ten einde. Deze laatste week van de profetische periode van 70 weken - of 490 jaren, kan in dit verband niet als een letterlijke week worden opgevat.

Er is daarom geen enkele reden om op grond van deze profetische periode te concluderen dat Christus op woensdag zou zijn gestorven. Dat zou een heel verkeerde toepassing zijn van Daniël’s profetie die gebeurtenissen beschrijft die in totaal 70 weken of 490 jaren bestrijken. Dan. 9:24-27.

 

Maar er is nog een andere Bijbelse berekening voor de drie dagen en nachten die Christus in het hart der aarde is geweest. Ook bij deze berekening moeten we wel bedenken dat we niet onze eigen Westerse zienswijze op de bijbel kunnen leggen. We moeten ons aanpassen aan de wijze van berekenen zoals die in bijbelse tijden gangbaar was.

De dagen werden in bijbelse tijd heel anders ingedeeld dan wij gewend zijn. De avond begint op de middag, wanneer de zon haar hoogtepunt overschreden heeft en gaat dalen. En de morgen vangt aan wanneer de zon weer begint te stijgen en eindigt ’s middags wanneer de zon haar hoogtepunt heeft bereikt.

Ook de uren worden anders berekend. De derde ure, bijvoorbeeld, is niet 3 uur ’s middags maar 9 uur ’s morgens.

De dag periode van 12 uren wordt in 2 delen verdeeld: het vroege dagdeel en het late dagdeel. In onze dagdeling spreken wij over ’s morgens en ’s middags. Maar ook de nacht wordt in 2 delen verdeeld, de vroeg-nacht en de laat-nacht.

De vroeg-dag wordt gerekend van 6 uur in de morgen tot 12 uur in de middag. De laat-dag wordt gerekend van 12 uur ’s middags tot 6 uur ’s avonds. De vroeg-nacht wordt gerekend van 12 uur middernacht tot 6 uur in de morgen. De laat-nacht van 6 uur ’s avonds tot 12 uur middernacht.

Bij zonsondergang breekt een nieuwe dag aan van 24 uren met 2 dagdelen en 2 nachtdelen.

Dat is wel anders dan wij gewend zijn in onze moderne tijd. Maar als we de Schrift juist willen verstaan zullen we toch de berekeningswijze moeten kennen en aanvaarden die in bijbelse tijd gangbaar was.

Wanneer we nu, vanaf Vrijdagmiddag, een bijbelse berekening gaan maken met betrekking tot de dood van Christus en Zijn opstanding, dan krijgen we het volgende:

3 - 6 uur op de namiddag: eerste laat-dag.

6 - 12 uur op de avond: eerste laat-nacht.

12 - 6 uur in de morgen: eerste vroeg-nacht.

6 - 12 uur op de voormiddag: eerste vroeg-dag.

12 - 6 uur op de middag: tweede laat-dag.

6 - 12 uur op de avond: tweede laat-nacht.

Tellen we nu, volgens de Bijbelse dagindeling, de vroeg en laat dagen en nachten op, dan komen we precies op 3 dagen en 3 nachten.

De Bijbel geeft duidelijk aan dat Jezus na de sabbat, zeer vroeg op de eerste dag der week, is opgestaan. We lezen dat de vrouwen met de specerijen zich zeer vroeg op de eerste dag der week naar het graf begaven - toen het nog donker was - toen het begon te lichten - en zij vonden het graf leeg. Christus was dus al opgestaan.

Deze site maakt gebruik van cookies en dergelijke

als de browser settings niet worden aangepast accepteert u deze

ok