De arme weduwe gaf van haar armoede haar ganse levensonderhoud. Lucas 21:1-4. In het Grieks wordt voor de gave die zij in de offerkist van de tempel wierp het woordje DOORON gebruikt.

Sommigen beweren dat je het voorbeeld van de arme weduwe niet kunt vergelijken met het geven van tienden. Er zou een groot verschil zijn. Maar de betekenis van het woordje DOORON geeft dat verschil niet aan. Integendeel, er blijkt eerder overeenkomst te zijn. Het is daarom volkomen verantwoord en begrijpelijk wanneer dit voorbeeld van de arme weduwe dikwijls ook wordt toegepast op getrouwheid in het geven van tienden. Ook Ellen White maakt die toepassing.

In de Bijbel wordt het woordje DOORON speciaal gebruikt voor geheiligde gaven. En tienden zijn ook geheiligde gaven zodat er eenvoudig geen groot verschil kan bestaan.

In de Septuaginta (de Hebreeuwse bijbel in het Grieks) vinden wij het woordje DOORON bijvoorbeeld gebruikt in Numeri 18:9. Daar gaat het over dat wat de priesters en de Levieten toekomt en er is sprake van allerheiligste gaven.

Het woordje DOORON vertolkt hier niet zo maar in het algemeen een gave of geschenk, neen, er is hier sprake van allerheiligste gaven. Dat het verschil met tienden in dit verband nihil is of heel klein, hoeft geen betoog want tienden zijn heilige gaven die aan de priesters en Levieten werden gegeven. Maar deze tekst spreekt niet over heilige gaven maar over allerheiligste gaven. Deze gaven kunnen we beslist niet als gewone, alledaagse gaven beschouwen.

Wanneer het om een gewone gave of geschenk gaat, kan daar in het Grieks een ander woord voor worden gebruikt en wel: DOMA. Dit woord vinden wij bijvoorbeeld in Matt. 7:11, “Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen...” Het is duidelijk dat het hier niet om heilige of allerheiligste gaven gaat maar om heel gewone gaven en daarvoor wordt in het Grieks niet het woordje DOORON gebruikt maar het woordje DOMA.

Het woordje DOORON betreft speciaal in het Bijbels woordgebruik geen gewone gaven maar gewijde offergaven aan God met een geheiligd karakter en dat komt overeen met het geven van tienden; of in elk geval komt het daar toch wel heel dicht bij.

We lezen in E. W. Bullinger’s A Critical Lexicon and Concordance to the English and Greek New Testament, op pag. 318 bij het Griekse woordje DOORON:

especially, a votive offering to a god; so of gifts, offerings dedicated to God or His service, (occ. Luke xxi. 4.)

speciaal, een gelofte offer aan een god; zo van gaven, offeranden gewijd aan God of Zijn dienst. En dan wordt Lukas 21:4 genoemd waar sprake is van de gave van de arme weduwe.

De arme weduwe heeft niet zo maar een gave gegeven, neen, het woordje DOORON duidt aan dat het een gelofte offer of een offerande gewijd aan God of Zijn dienst betrof.

Er is maar heel weinig tot vrijwel geen verschil met het geven van tienden.

We hebben in principe bij onze doop de gelofte afgelegd dat we onze tienden aan God zullen geven voor Zijn dienst. Het is daarom niet bepaald onjuist om ook het betalen van tienden te zien als een gelofte-offerande die aan God gewijd is voor Zijn dienst.

Ter bevestiging en aanvulling lezen we in Vine’s Expository Dictionary of New Testament Words, blz. 486: DOORON... b. of gifts for the support of the temple and the needs of the poor… c. of gifts offered to God… d. of salvation by grace, as the gift of God…

Ook in dit woordenboek wordt het geheiligde karakter van de gaven die door het woordje DOORON bedoeld kunnen worden, duidelijk aangegeven: gaven voor het onderhoud van de tempel... van gaven als offeranden aan God.

In dit woordenboek komt wel in het bijzonder ook de hoogstaande en geheiligde betekenis die DOORON kan hebben naar voren doordat wordt vermeld dat dit woord in de bijbel wordt gebruikt om de redding van de mens door genade aan te duiden als een gave van God.

De onpeilbare genadegave van God van het eeuwige leven wordt eveneens met DOORON weergegeven in de bijbel. Dit is niet zo maar een gewone gave. Absoluut niet. Het is een gave Gods van onuitputtelijke omvang en een niet te bevatten inhoud.

De arme weduwe gaf alles wat zij bezat: haar ganse levensonderhoud. In de meest overtreffende zin heeft God ook alles wat Hij bezat gegeven. Met deze gave van redding van de mens heeft God het kostbaarste en dierbaarste gegeven wat Hij bezat: Zijn Eniggeboren Zoon. Voor die onpeilbare, verheven gave wordt ook het woordje DOORON gebruikt. Die genadegave van God staat niet alleen op een onvergelijkbaar veel hoger peil, maar is bovendien oneindig veel meer waard dan het handjevol geld dat wij als tienden aan God geven. Het woordje DOORON heeft hier in dit verband een zeer diepgaande betekenis en het overtreft volkomen alles wat wij ooit aan God terug kunnen geven. Het gaat het getrouw betalen van onze tienden ver te boven.

In Grimm Thayer’s Greek-English Lexicon of the New Testament, lezen we bij DOORON op blz. 161... of sacrifices and other gifts offered to God.... of money cast into the treasury for the purposes of the temple….

Ook in dit woordenboek komt het geheiligde karakter van DOORON tot uiting:

Offers en andere gaven aan God gewijd... van geld geworpen in de schatkist voor de doeleinden van de tempel.

In het woordenboek van Arndt and Gingrich A Greek-English Lexicon of the New Testament, lezen wij bij DOORON op blz. 210: especially of sacrificial gifts and offerings.... gebracht in de offerkist... sanctify the offering Mat. 23:19.

Dit woordenboek bevestigt eveneens nadrukkelijk dat DOORON een geheiligde offergave aanduidt.

In Moulton and Milligan’s The Vocabulary of the Greek Testament, wordt speciaal aandacht besteed aan de betekenis van Griekse woorden in bijbelse tijden. Bij DOORON op blz. 174, 175 worden voorbeelden aangehaald die duidelijk illustreren dat het om “temple offerings” gaat: gaven voor de tempel. We lezen: “Dit illustreert het algemeen Bijbels gebruik van DOORON voor een offer, of een offerande voor de tempel schatkist...”

Ook wordt er een inscriptie geciteerd waar sprake is dat Salvius Menas een pleng-offer brengt en een gave geeft aan Hermes, ter gedachtenis aan zijn vrouw.

Ook in bronnen buiten de Bijbel om draagt de betekenis van DOORON in oude tijden een geheiligd karakter. In de inscriptie is sprake van het offeren aan een god, de god Hermes.

In het Woordenboek Nieuwe Testament van Dr. S. Ch. Schirlitz, vinden wij op blz. 110 bij DOORON: “de geestelijke hemelse gave welke God verleent... gaven, offeranden, Gode aangeboden.

Hier wordt opnieuw bevestigd dat DOORON de onpeilbare gave van God voor de mens aangeeft en de gaven en offers die de mens aan God geeft. Geven wij onze tienden in principe ook niet aan God omdat het Zijn eigendom is?

In Edward Robinson’s Greek and English Lexicon of the New Testament wordt bij DOORON aangegeven: “Spoken of what is offered to God, an offering, a sacrifice… It is consecrated to God.”

Zijn eveneens onze tienden ook niet aan God gewijd en brengen wij in zekere zin onze tienden niet als een offer aan God?

Er zijn meerdere woordenboeken met betrekking tot het Grieks Nieuw Testamentisch woordgebruik maar we hebben al voldoende woordenboeken geraadpleegd om met absolute zekerheid te kunnen zeggen dat DOORON niet specifiek zo maar een gave aanduidt maar dat dit woord speciaal de betekenis heeft van een gewijde of geheiligde gave aan God. Wanneer wij dit vergelijken met de tienden dan is er in principe weinig tot vrijwel geen verschil want de tienden die wij geven zijn immers geheiligde gaven die God toebehoren en die wij dus aan Hem afstaan voor Zijn dienst.

Geen wonder dat in De Wens der Eeuwen, in het hoofdstuk over de arme weduwe, ook de tienden ter sprake komen. Ellen White citeert over het geven van tienden Matt. 23:23 en schrijft dan: ”Met deze woorden veroordeelde Christus nogmaals het misbruiken van heilige verplichtingen. Hij zet de verplichting zelf niet opzij. God had het tiendenstelsel ingesteld en van de vroegste tijden af was het in acht genomen... Alles wat God gebiedt is belangrijk.

Christus erkende het geven van de tienden als een plicht...” blz. 510, 511.

Als we het goed bekijken dan gaf deze arme weduwe in feite meer dan de tienden. Hoewel haar gave klein was, wierp zij in de offerkist voor de instandhouding van de tempel alwat zij had, haar ganse levensonderhoud. Marcus 12:44. Zij gaf dus niet slechts een tiende deel maar alles wat zij had; haar ganse levensonderhoud!

Zou u dat ook hebben gedaan als u in haar plaats had gestaan terwijl de tempeldienst zo zeer was ontspoord en zo heel veel te wensen overliet? Sommigen van ons zouden deze arme weduwe met kritiek bejegenen en haar proberen duidelijk te maken dat ze heel verkeerd bezig was door een ontspoorde instelling te ondersteunen. Maar Jezus prees deze arme weduwe en dat is beschamend voor hen die kritiek leveren op diegenen die getrouw God het Zijne geven op de wijze die Hij geboden heeft.

De getrouwheid die deze arme weduwe openbaarde in het ondersteunen van de tempel is voor ons een voorbeeld voor het getrouw geven van onze tienden.

Geen wonder dat Ellen White duidelijk deze toepassing maakt. Ze schrijft: “Er zijn maar weinigen die zo arm zijn als de arme weduwe die haar twee geldstukjes als een offer aan God bracht. Haar gave was gering, toch was het haar gehele levensonderhoud en ze werd geprezen door de Meester... Allen hebben een werk te doen, wanneer zij hun leven tot een zegen willen maken... Overvloedig en voortdurend schenkt onze Verlosser ons Zijn gaven. Behoren wij dan niet aan de Here terug te geven wat Hem toebehoort? R&H 4-1-1881, p. 3.

Het zijn de tienden die God toebehoren en Zijn eigendom zijn en die wij getrouw aan Hem terug behoren te geven.

Laten we geen kritiek leveren op hen die God het Zijne geven op de wijze zoals God dat heeft bepaald. Mag het voorbeeld van de arme weduwe ons inspireren om trouw te zijn aan God.

Deze site maakt gebruik van cookies en dergelijke

als de browser settings niet worden aangepast accepteert u deze

ok